VS : economische pijn met een grote vertraging?
Door Peter Garnry, hoofd aandelenstrategie bij Saxo
De economen voorspelden een recessie in 2023, maar de Amerikaanse economie toonde zich onverwacht veerkrachtig. Twee factoren hielpen de pijn van de stijgende rente te compenseren: de budgettaire expansie en de investeringen in AI en de productie van halfgeleiders. De Amerikaanse economie is nog nooit zo sterk geweest zoveel maanden na een piek in de US Leading Index. Zal de economie dus eindelijk in een recessie terechtkomen of wordt het inderdaad een zachte landing? De komende 6-9 maanden zullen het uitwijzen.
Een opmerkelijke cyclus tot nu toe
Eind 2022 was de consensus onder economen dat de wereldeconomie in 2023 in een recessie zou belanden, en we gingen ook rustig negatief het jaar in. De inversie van de Amerikaanse rentecurve weerspiegelde ook deze visie en de korte bankencrisis in maart met de ineenstorting van de Silicon Valley bank ondersteunde de visie. Twee factoren speelden een belangrijke rol in het compenseren van de pijn van de stijgende rente. De groei werd ondersteund door de budgettaire expansie van $ 1 miljard door de regering Biden en de hausse aan investeringen in generatieve AI en de herschikking van de productiecapaciteit van halfgeleiders via de Amerikaanse CHIPS Act.
De economische activiteit in de VS ligt ongeveer rond de trendmatige groei sinds 1980, wat de sterkste economische activiteit in de VS is sinds 1978 na een piek van 23 maanden van de US Leading Index (deze piekte in december 2021). Alleen het traject van de Grote Financiële Crisis was ongeveer even sterk op dit punt in de cyclus.
Er zijn twee belangrijke scenario’s mogelijk vanaf hier
- De economische activiteit in de VS begint aanzienlijk te verslechteren en de Amerikaanse economie komt voor de tweede helft van 2024 in een recessie terecht. Een neveneffect kan een schuldencrisis of liquiditeitsschok zijn als causaal effect van het steilste rentetraject sinds WOII.
- De Amerikaanse economie en consument absorberen de renteschok met een arbeidsmarkt die sterk genoeg blijft om de reële loongroei te ondersteunen en een zachte landing, waardoor het de eerste vertraging van deze omvang is die niet in een recessie eindigt. Een neveneffect van dit scenario is dat het de inflatiedynamiek zal versterken en de rente op langlopende Amerikaanse obligaties zal opdrijven.
Het begrotingstekorttraject wordt belangrijk en er zijn nu al tekenen dat de Amerikaanse begrotingscyclus omslaat nu de Amerikaanse overheid gedwongen wordt om de uitgaven te beteugelen. In dit geval zal de Amerikaanse economie een aanzienlijke negatieve fiscale impuls krijgen waardoor de economie zal vertragen, tenzij dit wordt gecompenseerd door een hausse van particuliere investeringen.
Eén ding is zeker. Als de geschiedenis een leidraad is, en we durven te wijzen op zes onafhankelijke periodes waarin de Amerikaanse Leading Index piekte (voorafgaand aan een recessie), dan worden de komende 6-9 maanden een van de meest fascinerende voor de financiële markten in lange tijd.
Worden de jaren 2020 zoals de jaren 1960 dankzij generatieve AI en automatisering?
Op de langere termijn wordt het interessantste debat en de interessantste economische observatie :
1) een mogelijk negatief effect van een schuldencrisis of een onhoudbare dynamiek van overheidsschulden, aangewakkerd door de hogere rente, en
2) een productiviteitsstijging door generatieve AI en automatiseringstechnologieën. Het inmiddels befaamde McKinsey-rapport over generatieve AI en de potentiële productiviteitsstimulans daarvan schatte dat generatieve AI in combinatie met andere automatiseringstechnologieën de productiviteitsgroei tegen 2040 met 0,2 tot 3,3 procentpunten zou kunnen stimuleren. Als dat werkelijkheid wordt, dan is dat een nieuw paradigma voor rentetarieven.
De vorige bloeiperiodes van de productiviteit in de VS waren de periodes 1950-1969 en 1995-2004, toen de geschatte jaarlijkse productiviteitsgroei ongeveer 2,5 tot 2,7 procentpunten bedroeg. In de post-GFC periode van 2010-2018 bedroeg de productiviteitsgroei op jaarbasis slechts 0,9 procentpunt, wat leidde tot veel discussie over de lage productiviteitsgroei. De periode 2019-2023 levert een geannualiseerde productiviteitsgroei op van 1,9 procentpunten met een recente meting van 4,7 procentpunten, wat de hoogste meting is in meer dan 13 jaar, afgezien van de datapunten tijdens de opleving van de pandemie in het tweede kwartaal van 2020.
Stel je een economie voor met een productiviteitsgroei in de stijl van de jaren 1950-60 van 2,7 procentpunten bij een jaarlijkse toename van de beroepsbevolking van 0,8 procentpunten, dan zou de reële bbp-groei ongeveer 3,5 procentpunten kunnen zijn. Als we daar dan nog eens 3 procentpunten inflatie op jaarbasis aan toevoegen als gevolg van reshoring, groene transformatie en weersverstoringen (prijs van voedselproductie), dan hebben we het ineens over een nominale bbp-groei van meer dan 6,5% op jaarbasis. Als dit langetermijnscenario werkelijkheid wordt, dan zal de langetermijnrente op Amerikaanse obligaties niet terugkeren naar de lage niveaus van na de Golfoorlog.
Lees ook : Is the economic pain coming after great delay?
