Toeleveringsketens met reisplannen
Allesomvattende logistiek biedt kansen voor beleggers
De wereldwijde toeleveringsketens worden op de proef gesteld. Dat dwingt de logistieke sector ertoe zichzelf opnieuw uit te vinden en biedt interessante mogelijkheden voor beleggers, aldus Peter Garnry, hoofd aandelenstrategieën bij Saxo Bank.
Goederen over de hele wereld vervoeren is lastig. Voorheen was de toeleveringsindustrie een race naar nul: wie kan het snelst en goedkoopst leveren? Door de recente logistieke uitdagingen zijn bedrijven sneller bereid een meerprijs te betalen om hun goederen als eerste te ontvangen, en is ook de concurrentie in de logistieke sector toegenomen. Hoe schept dat kansen voor beleggers?
Nu de containerprijzen de pan uit rijzen en de mogelijkheden om goederen in havens te lossen afnemen, wordt het voor bedrijven steeds belangrijker om een allesomvattende deal te sluiten met hun logistieke partner en een premium partner te zijn die ervoor kan zorgen dat hun goederen voorrang krijgen op die van anderen. Volgens Peter Garnry, hoofd aandelenstrategieën bij Saxo Bank, zaaien de huidige toeleveringsbeperkingen verdeeldheid in de logistieke sector: “Met de uitdagingen die we ervaren, hebben we een grotere verschuiving gezien naar wat ik denk dat je allesomvattende logistieke bedrijven kunt noemen, in plaats van de meer traditionele scheepvaartmaatschappijen, die alleen goederen van A naar B verplaatsen. In plaats daarvan hebben bedrijven hun logistieke partner nodig om hun goederen helemaal van de fabriek naar de eindbestemming te brengen”, zegt hij.
De hoeveelheid vracht die in een haven als Hongkong wordt gelost en geladen, is van 2020 tot 2021 gemiddeld met ongeveer 25 procent gedaald. Dit is illustratief voor de knelpunten in de wereldwijde toeleveringsketens, die ertoe leiden dat goederen moeilijker van het ene punt naar het andere kunnen gaan en de levering dus langer duurt. Onderstaande grafiek toont ook de enorme prijsstijging voor zeecontainers in 2021 in vergelijking met 2020. Dit wijst op een wanverhouding tussen het aanbod en de vraag naar logistieke diensten. Met andere woorden, als bedrijf is het moeilijker om je goederen in een container en op een containerschip te krijgen en ze zo te vervoeren naar de plek waar ze worden verkocht. Daarom zijn bedrijven bereid meer te betalen voor die containers.

Volgens Garnry biedt dat logistieke bedrijven een mooie kans om hun activiteiten uit te breiden, een echte totaalpartner voor productiebedrijven te worden en meer te vragen voor hun diensten: “Stel: je breidt je aanbod uit van verscheping van A naar B tot een heel netwerk, sluit daarbij een groot contract af (bijvoorbeeld met Inditex of H&M) en biedt zo een totaalpakket aan van logistiek, inkoop en vervoer vanuit alle brongebieden naar de fabrieken (d.w.z. vervoer van de productieplek naar de fabrieken, naar de havens en dan naar de eindmarkten). Dan bied je een dienst aan die bijzonder complex is en kun je een hogere prijs vragen. Ik beschouw dit als een zeer interessante opportuniteit voor beleggers in logistiek”, zegt hij.
Anderzijds denkt Garnry dat logistieke bedrijven die vasthouden aan meer traditionele bedrijfsmodellen in de problemen kunnen komen: “Ik denk niet dat de eenvoudige transportdiensten, vrachtwagenbedrijven of lijnvaart zeer interessante perspectieven bieden. Zulke bedrijven die gewoon containers van A naar B vervoeren, zijn nog steeds in hoge mate een commodity, daar ben ik vrijwel van overtuigd. Het mag dan wat complexer zijn dan televisies maken, maar het is nog steeds een commoditydienst of een door commodity's gedreven industrie. Daarom denk ik dat hun investeringsrendement niet erg hoog zal zijn.”
